donderdag 3 mei 2012

Waarom we moeten blijven herdenken

Deze column werd vandaag gepubliceerd op RTLNieuws365
de iPad-applicatie van RTL Nieuws.

Een bekentenis.

Het was 4 mei 2007 of 2008. Ik was economieredacteur bij Elsevier, net single en overrompeld door nieuwe kansen, en ik stond bij de koffieautomaat.

'Ga jij vanavond naar de Dam?' vroeg een collega.

'De Dam?'

De collega glimlachte geduldig. Ze leek te wachten op het moment dat het tot me door zou dringen: o ja, 4 mei - Nationale Herdenking! Wellicht verwachtte ze een antwoord als: 'Nee joh, ben je gek; ik ga naar de Apollolaan. Veel intiemer.'

Maar dat antwoordde ik niet. Ik haalde m'n schouders op en zei: 'Nee.'

Het was prachtig weer, die meidag in 2007 of 2008. Naar alle waarschijnlijkheid zou ik na het werk in een park gaan liggen met mijn beste vriend - welk park maakte ons niet uit, zolang wij er maar allebei naast elkaar in het gras konden neerstrijken - en we zouden naar de lucht staren en dromerig dronken worden. De twee minuten stilte zou aan ons voorbijgaan: 20u zou komen en gaan. Wij waren tijdloos en onschuldig.

Mijn collega keek me indringend aan. Toen ze in mijn ogen zag dat die hele dodenherdenking mij gestolen kon worden, viel haar engelenmasker weg. Zij was joods; dat was ik even vergeten.

---

Op 17 maart 1942 arriveert een trein met 15 wagons in vernietigingskamp Bełżec (Polen). Zo’n 600 mensen stromen naar buiten. Een stel andere mensen, in uniform, splitst hen op. De mensen met de gele ster moeten zich uitkleden: er dient gedoucht en ontluisd te worden. Ze gehoorzamen; wat moet, dat moet.

De mensen in uniform jagen de trillende, naakte mensen naar een soort sluis. Het is avond. De sluis leidt naar een houten barak met als opschrift: “Bade- und Inhalationsraume.” Het komt wel goed, denken de naakte mensen; ze gaan douchen en daarna eten en slapen. Er wordt voor hen gezorgd. De deuren knallen dicht; er is nog geen paniek. De naakte mensen kijken om zich heen, tot het licht uitvalt. Ze horen een motor aanslaan. Rook sijpelt de ruimte binnen. Ze beginnen te gillen, te smeken om genade; ze hebben niemand iets misdaan.

Een half uur later zijn ze allemaal dood. Hun lichamen liggen op elkaar. Straks worden ze weggeslepen en weggegooid in een gat in de grond.

---

Mijn collega keek me beledigd, haast verbluft, aan. 'Wat ben jij harteloos,' snauwde ze. Daarop beende ze weg.

Terecht.

Hoezo besef ik dat nu, en toen niet? Geen idee. Ik was destijds nogal de weg kwijt. Misschien maakt ongelukkig asociaal.

Feit is – zo meen ik tegenwoordig – dat het voor de mensheid van fundamenteel belang is dat wij, mensen, stilstaan bij de beestachtige daden waartoe wij, mensen, in staat zijn.

Want wat zouden wij doen als we in zo’n situatie belandden? Een deel van ons zou liever doodgaan dan zelf te doden. Maar om te overleven zou een substantieel deel over lijken gaan. Het buurmeisje verlinken en overleven, of zwijgen en aan het gas?

Er is slechts één manier om die vragen niet te hoeven beantwoorden: zorgen dat het nooit meer zo ver komt. Daarom moeten we herdenken. Daarom moeten we blijven herdenken.

1 opmerking:

  1. Teveel mensen beseffen niet dat hun dit ook kan overkomen. Wie het nu negeert, is straks te laat.

    BeantwoordenVerwijderen