Een meeuw krijste.
Ik haastte me het café in. Achter de Ruygrok-bar scharrelde een dametje in een zwart schort rond. Veel had ze niet te doen; slechts één tafeltje was bezet.
‘Goedemorgen,’ zei ze overdreven luid. ‘Wat kan ik voor u inschenken?’
Een koffie verkeerd, mompelde ik. Ik had niet ontbeten; een uur eerder had ik nog in de douche gestaan met een bekotst kind dat te laat op de crèche zou zijn. En straks moest ik op de foto. Make it a double, dacht ik terwijl ik plaatsnam onder ‘Het Verleden’, een tegeltjestableau van Jan Toorop.
‘Heeft u er nou last van?’ vroeg ik toen m’n koffie op tafel werd gezet. Ik wees naar buiten.
De serveerster schudde het hoofd. ‘Ze zijn er bijna nooit. Wilt u er nog iets bij? Een croissantje misschien?’
Ik knikte, niet wetende dat dat mij €4,50 zou kosten.
‘Nou ja, we hebben duidelijk minder klanten nu. Dus eigenlijk hebben we er best wel last van.’
Een kelderende omzet. Zoiets vond de Occupy-beweging vast nog minder erg dan de serveerster.
Op weg naar de toiletten botste ik bijna op een ober in gevecht met een uithangbord. HET CAFÉ IS OPEN, las ik. Alleen was OPEN doorkrast: HET CAFÉ IS
Toen ik terugkwam, stond het bord als een gestrafte schooljongen met de neus tegen de muur. In het café was een appeltaart gearriveerd, maar geen nieuwe klanten. De ober had zich bij de serveerster gevoegd en liet haar zien hoe ze de taart in gelijke stukken kon snijden.
Het was een hele grote appeltaart, maar ik vermoed dat er nog geen kruimel voor de demonstranten was bestemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten