woensdag 15 augustus 2012

In een land waar de zomer ziek is


Nog voordat ik in staat was te begrijpen wat ze zei, maande mijn moeder me aan om naar buiten te gaan zodra de zon scheen. “Als de zon schijnt, moét je naar buiten.” Het was een regel, een waar gebod.

Soms baalde ik ervan. Dan was ik net zo lekker aan het tekenen, en buiten tekenen vond ik niets. De felle zon op het sneeuwwitte schetspapier verblindde me, en de wind jengelde om aandacht – nee, laat maar. Maar meestal ging ik toch. Ik moest wel ontzéttend lekker aan het tekenen zijn om tot ongehoorzaamheid over te gaan.